
Een paar dagen later was de uithuwelijking van koning Janaka's dochter Sita en dat zou Rama bijwonen. Er waren vele prinsen aanwezig bij de uithuwelijking van Sita, koning Janaka sprak uit: "Wie deze boog kan optillen zal met Sita trouwen." Vele prinsen probeerde de boog op te tillen maar helaas lukte hen dit niet. Rama's vader zei tegen Rama: "Til de boog op mijn jongen en maak Sita gelukkig." En zoals verwacht tilde Rama de boog op en spande hem, Sita stond op om te kijken wie haar hand had gewonnen.En uiteindelijk trouwden Rama en Sita. Dasharata vond dat het tijd was om de kroon over te dragen aan Rama, alleen was niet iedereen blij met dit nieuws.
Manthara, Koningin Kaikeyi's dienstmaagd vond het onterecht dat Rama de kroon kreeg en zoon van koningin Kaikeyi Bharata niet. Dit vertelde zij aan Kaikeyi, maar zij had daar geen problemen mee tot dat Manthara haar vertelde dat als Rama (de zoon van Koningin Kaushalya) zal regeren, zij zowel zoon als moeder moeten dienen! Haar duivelse woorden raakte koningin Kaikeyi, en Manthara ging verder met inpeperen: "De koning heeft eens beloofd dat je twee wensen mag doen, wens dat Bharata koning wordt en laat Rama voor veertien jaar naar het oerwoud verbannen." Kaikeyi ging naar Dasharata en maakte haar wens bekend, hij was het eens met haar eerste wens maar het zat hem wel dwars. Maar zijn belofte zal hij moeten na komen. Toen Rama dit hoorde respecteerde hij zijn vaders belofte en vertrok naar het woud, Sita en Laxmana stonden er op om Rama naar het woud te brengen, alleen de bevolking van Ayodhya had moeite met afscheid nemen. Langs de oever van rivier de Ganges namen Rama, Laxmana en Sita afschijd van de minister en deze ging terug naar Ayodhya, bij aankomst was koning Dasharata verzwakt en stierf terwijl hij aan Rama dacht.
Toen Bharata dit hoorde was hij geschokt, Vasishta de hofpriester probeerde hem te troosten: "Vergeef uw verdriet, behartig uw staatzaken dat is uw plicht." vertelde Vasishta. Maar Bharata wilde naar Rama toe. Ondertussen in Chitrakoet waar Rama en de rest zich gevestigd hadden zag Laxmana Bharata aankomen. "Kijk Rama, Bharata trekt tegen ons ten strijde!" Maar Rama zei om niet te overhaasten en afwachten wat hij wilt. Toen Bharata bij Rama was omhelsde ze elkaar. Ze wilde dat Rama terug zou komen maar Rama kon zijn vaders belofte niet verbreken, waarop Bharata antwoordde: "En ik kan het rijkdom niet aanvaarden en als jij niet terug keert zal ik het koninkrijk in jou naam beheren." En hij vertrok, kort daarna vestigde Rama, Laxmana en Sita zich in Panchavati en daar kwam Shoerpanakha Rama tegen, en hem zo knap vond dat ze hem liefde moest over winnen.
Ze stelde zichzelf voor aan Rama en bood haar liefde aan Rama. Maar Rama antwoordde netjes terug dat hij gelukkig getrouwd is en stelde Laxmana voor. Shoerpanakha veranderde in een demon (haar ware gedaante) stormde uit jaloezie op Sita af. En uit woedde hakte Laxmana haar neus en horen af, en ze riep rennend om hulp van haar neven Khara en Doeshan. En deze wilde gaan wreken en namen een leger demonen mee, maar daar waren Rama en Laxmana niet bang voor en doodde alle demon met de neven van Shoerpanakha erbij en zij zelf vluchtte.
Amiet Mahadew