Hindoeïsme

Hindoeïsme

Het Hindoeïsme is de religie van de Hindoes. Het woord “Hindoe” is van Perzische afkomst en betekende oorspronkelijk “bewoner van de omgeving van de rivier de Indus”. Later kreeg het nog een betekenis, namelijk bewoner van het Indisch subcontinent voor zover deze geen Moslim is.

Het Hindoeïsme is geen godsdienst in de betekenis die wij in het westen hier aan geven (ver weg ergens boven een god en de mens afgescheiden daarvan hier beneden). Je kunt het wel een religie noemen, als je de betekenis van dit woord (re-ligare, herenigen) letterlijk neemt. Het Hindoeïsme roept de mens namelijk op door een bepaalde leefwijze tot “her-eniging” te komen met Dat, wat zijn oorsprong is (het Absolute, ook wel Brahman en ook wel God genoemd). Vandaar dat men het Hindoeïsme ook wel een leefwijze, een levenshouding kan noemen. Hiervoor gebruikt men dan het woord “Dharma”. De Hindoe wordt geacht te leven in harmonie met de Hindoe Dharma.

“Dharma” is datgene wat zowel de macro kosmos als de micro kosmos schept, in stand houdt en behoedt voor vernietiging. Het is een wezenswet, het natuurlijk goede. Het Hindoeïsme wordt ook wel Sanatan Dharma (Eeuwige Leer) of Vaidiek Dharma genoemd. Het is Sanatan omdat het altijd al bestond en eeuwig zal bestaan. Het heeft geen stichter. En Vaidiek, omdat de Veda's het fundament zijn. Veda's zijn de eeuwige ware kennis, die de rishi's (zieners) van India geschouwd hebben. Bovendien zijn de Veda's de oudste boeken, waarin de “dharma” geopenbaard is.

Het Hindoeïsme is een religie van “bhava”, van wording. Het is een traditie waarbij de innerlijke groei van de mens centraal staat. Vandaar dat gedrag en levenswijze zo belangrijk worden geacht. De Hindoe gelooft in de wet van “karma”, de wet van oorzaak en gevolg. Een ieder is zelf verantwoordelijk voor zijn daden, handelingen en de gevolgen er van.

Ook gelooft de Hindoe in reïncarnatie, wedergeboorte.

Verder gaat het Hindoeïsme uit van het geloof in het onpersoonlijke Brahman, als oorsprong van al het leven. Het Brahman is vormloos, eeuwig en aldoordringend. De gelovige kan zich “Het” echter voorstellen als een persoonlijke God (Ishvar) en deze wordt dan in vele gedaanten vereerd, bijv. als de Goddelijke Drie-eenheid (Trideva) Brahma ,Vishnu en Shiva. Hier is dus sprake van “eenheid in verscheidenheid” .

Tevens erkent het Hindoeïsme “ goddelijke ” incarnaties van het onpersoonlijke Brahman, zoals Krishna, Boeddha en ook Jezus. Het uiteindelijke doel is om bevrijding (Moksha) uit de kringloop van wedergeboorten (sansãr) te bereiken en daarmee “voor eeuwig ” herenigd te blijven met het Brahman (God). Samenvatting: Het Hindoeïsme is met name een religieuze levenshouding, waarbij de Dharma de basis vormt voor het menselijk denken en handelen. De Hindoe gelooft in de autoriteit van de Veda, in de wet van karma en in reïncarnatie. God kan zowel persoonlijk als onpersoonlijk zijn.